Kippen
Een haan is een mannelijke kip, het vrouwtje heet een hen. Het gedrag en uiterlijk van een haan verschilt wezenlijk van dat van de hen. Hanen zijn van hennen te onderscheiden door hun grote staartveren, de grote lellen en kam. Ook zijn hanen meestal groter en zwaarder gebouwd dan de vrouwtjes en hebben ze sporen en stevigere poten. Hanen hebben een sterke natuurlijke neiging om elkaar te bevechten door baldadig gedrag te vertonen.
Een haan bakent zijn territorium af door te kraaien. De haan begint hiermee als hij ongeveer 14 weken oud is. Hanen kraaien over het algemeen bij het opkomen van de zon. Wanneer er geen andere hanen in de buurt zijn, kraait een haan maar 1 enkele keer. Wanneer echter een andere haan in de buurt is, kan het kraaien enige tijd voortduren doordat de hanen tegen elkaar op gaan kraaien. Als de hennen 4 tot 5 maanden oud zijn, kunnen ze eieren leggen. Ze doen er ongeveer 25 uur over om een ei te maken. Nadat de kip het bevruchte ei heeft gelegd, wordt het ei in een broedmachine verder uitgebroed. Dat duurt zo’n drie weken.
Een vrijlopende kip kan ook zelf een nest uitbroeden, meestal bestaat zo’n legsel uit 10 tot 12 eieren. De hen wordt dan de kloek genoemd. Over het algemeen komen uit één broedsel zo’n 60% tot 65% haantjes voort. Een hen legt in principe het hele jaar door, behalve als ze broeds is en tijdens de rui. Dan heeft ze al haar energie nodig om een nieuw verenpak aan te maken. In de maanden december en januari komt de leg op een laag pitje te staan. Dit is de donkerste periode van het jaar en is voor de hen een periode om een beetje tot rust te komen en energie te verzamelen voor het voorjaar om dan weer veel eieren te leggen en te broeden. Kuikens kunnen nadat ze uit het ei gekropen zijn meteen lopen, eten en piepen. Ze zullen de eerste dagen vooral doorbrengen in het zachte, warme dons van de moederkloek; daarna zullen ze meer zelfstandig op stap gaan.
Als de moeder vindt dat de jongen eigenwijs zijn, zal ze ze door middel van haar geklok terugroepen. Aanvankelijk bestaat de vacht van een kuiken uitsluitend uit dons, maar al na enkele dagen verschijnen de eerste veertjes. Kuikens zijn erg kwetsbaar en niet gezegend met veel intelligentie en zijn een gemakkelijke prooi voor roofvogels, katten en andere carnivoren en kunnen verdrinken in een waterbak of slootje. De moederkloek zal echter proberen haar jongen vol overgave te verdedigen tegen aanvallers.
Een kip kan goed hard voedsel zoals maïskorrels eten. Wat ze oppikt komt eerst in een zak terecht (de krop). Het wordt daar met speeksel geweekt. Daarna zijn er twee magen die meehelpen om het voer fijn te krijgen. Kippen lusten ook graag: bessen, groenten, kruiden, fruit, wormen en andere insecten. Ook moeten kippen een bakje met grit eten. Grit is gebroken schelpjes die de kippen eten om genoeg kalk binnen te krijgen. De kalk gebruiken ze om sterke eierschalen te maken.
Kippen drinken veel water. De kip kan haar kop heel ver in alle richtingen draaien. Dat komt door het grote aantal halswervels, wel veertien, de mens heeft er maar zeven. Kippen zien slecht en hebben geen oorschelp. Wat verder dan vijftig meter bij hen vandaan gebeurt, kunnen ze niet horen of zien. Een kip ziet kleuren ook anders. Voor een kip is roodgeel de helderste kleur, daarna volgt geel. Overigens heeft de kip wel oorlelletjes. Meestal legt een kip met witte lelletjes witte eieren en een met roze lellen bruine. Een hen kan wel 20 jaar oud worden